Maatregelen Kabinet onvoldoende voor kwaliteitsbehoud KMar
Op 29 november stuurde de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens de Minister van Defensie, een brief naar de Tweede Kamer over het capaciteitstekort bij de KMar. Hierin stond wat de MARVER al langer weet en aan heeft gekaart: de grenzen van de flexibiliteit en het opschalingsvermogen van de KMar zijn bereikt.
Halverwege november heeft voorzitter van de Marechausseevereniging Ton de Zeeuw, in het Algemeen Dagblad, zijn zorgen geuit over de grote personele tekorten en de uitstroom van ervaren medewerkers bij de KMar. Dit brengt de veiligheid van Nederland in gevaar. Volgens hem is de KMar met te weinig mensen om naar Nederland terugkerende jihadisten eruit te pikken. Hij pleitte daarom voor extra geld waarmee ervaren personeel kan worden behouden en nieuw personeel kan worden aangesteld en opgeleid.
Met de brief lijkt er nu een reactie te komen op de problematiek die de MARVER al langer aankaart en die door verschillende belanghebbende al onderschreven werd. De brief noemt de veranderende omgeving die geherprioriteerd is op de taakvelden van de KMar als belangrijkste aanleiding voor het oplopen van de druk op de KMar-organisatie. De voortzettende groei van de passagiersaantallen in de luchtvaartsector en de uitbreiding van luchthavens maar ook de terroristische dreiging en de toegenomen migratiedruk hebben geleid tot een intenser beroep op de KMar. De minister noemt het “cruciaal dat de KMar haar luchthaventaken op een goede en verantwoorde wijze kan blijven uitvoeren, met voldoende (gekwalificeerd) personeel.” De minister geeft ook aan: “De toegenomen werkdruk heeft ook consequenties voor de training en (het bijhouden van) het kennisniveau van het KMar-personeel. Door de toegenomen werkdruk wordt ingeboet op de flexibiliteit en het opschalingsvermogen van de KMar.”
Schengenevaluatie
“Deze druk op de KMar en de consequenties daarvan zijn ook zichtbaar geworden in de Schengenevaluatie die de Europese Commissie samen met lidstaten in september 2015 in Nederland heeft uitgevoerd”, staat verder in de brief. De Nederlandse grensbewaking krijgt vanuit de Europese Commissie enkele aanbevelingen als het gaat om de hoeveelheid KMar-personeel bij de doorlaatposten op de lucht- en met name de maritieme grensdoorlaatposten zodat alle controles volledig conform de Schengen-grenscode uitgevoerd worden. Tevens wordt Nederland aanbevolen om de training en het kennisniveau van de grenswachters te verbeteren.
Maatregelen op korte en langere termijn
De minister neemt enkele maatregelen op de korte termijn om, met name op piekmomenten, voldoende KMar-capaciteit te hebben, waaronder:
- Oprichten van een reservistenpool
- Inzet van ander overheidspersoneel zoals DJI-personeel in het kader van “werk-naar-werk”
- Ondersteuning vanuit private sector (voor het begeleiden van passagiersstromen)
- Investering in e-gates
- Investering in ondersteunende systemen
- Incidenteel budget voor tijdelijk extra personeel in de zomerperiode 2017. Dit betreft 135 extra vte voor 2017.
Op de langere termijn lijkt de minister te willen inzetten op technologische ontwikkelingen om de verwachte stijging van het aantal passagiers en de aanscherping van Europese regelgeving op de vangen.
Dubbel gevoel
Ton de Zeeuw houdt een dubbel gevoel over aan de aangekondigde maatregelen. “Het gezag erkend nu eindelijk ook dat de grenzen van de flexibiliteit en het opschalingsvermogen van de KMar-organisatie zijn bereikt. Deze erkenning heeft erg lang op zich laten wachten en de aangekondigde maatregelen komen daarmee in de ogen van onze leden dan ook te laat”, stelt De Zeeuw. Daar komt bij dat de nadruk in de maatregelen wordt gelegd op tijdelijke oplossingen en te eenzijdig op het gebied van capaciteit. Zeker ook nodig maar grensbewaking vraagt meer dan fysieke aanwezigheid. Grensbewaking is een vak! “Wat absoluut ontbreekt is een investering in de benodigde kwaliteit. Kwaliteit die deels ontstaat door goede opleiding en training maar vooral door opgedane ervaring.”.
Braindrain
Omdat de KMar-organisatie gehouden is aan het flexibel personeelssysteem van Defensie, moet 75% van het ervaren KMar-personeel in de leeftijd tussen de 30 en 35 jaar, verplicht de organisatie verlaten. “Een ware ‘braindrain’”, noemt De Zeeuw het. “De opengevallen plaatsen worden weer ingevuld door nieuw aangetrokken jong personeel. Deze nieuwe collega’s moeten eerst opgeleid en getraind worden en beginnen dan pas met het opdoen van ervaring. Dit proces draagt bij aan vernietiging van kwaliteit en kennis van de organisatie in plaats van de, door het Kabinet en de EU gewenste, verbetering er van. Het flexibel personeelssysteem zal zeker gunstig zijn voor de personeelskosten voor het Ministerie van Defensie, maar draagt niet bij aan de kwaliteit van de grensbewaking. Veiligheid heeft een prijs!”