Volgende fase reorganisatie LTC stap 4 van start
Het overleg over het reorganisatieplan LTC stap 4 nam veel tijd in beslag en verliep niet makkelijk. Dit plan heeft nu eindelijk de status van definitief reorganisatieplan (DRP) bereikt. Dat betekent dat deze reorganisatie de volgende fase van personele implementatie kan ingaan. Het zal nog wel even duren voordat iedereen een plek in de nieuwe organisatie heeft gekregen. De nodige hindernissen moeten namelijk nog worden overwonnen.
Even leek het er tijdens de behandeling op 30 januari 2024 van het onderwerp Adaptief aan de Grens (AADG) in het Sectoroverleg Defensie (SOD) op dat het voorlopig reorganisatieplan (VRP) in het kielzog van dit onderwerp zou worden meegesleept. De reden hiervoor was dat sociale partners geen overeenstemming konden bereiken over de formalisering van AADG, waardoor de ministeriële regeling op 1 februari jongstleden verviel.
Dit in combinatie met de uitspraak van de werkgever in het SOD dat deze AADG capaciteit essentieel is voor het uitvoeren van de taken die niet in de capaciteitsberekening van LTC stap 4 zijn meegenomen. AADG is immers altijd als extra flexibele capaciteit bedoeld geweest en nooit ter vervanging (verdringing) van vaste collega’s.
Ondertussen was het eerder in de werkgroep Reorganisaties behandelde voorlopig reorganisatieplan LTC stap 4 al aangeboden aan de centrales met een pieptermijn. Omdat AADG niet in dit plan is opgenomen, leidde dit tot de vraag bij de bonden of er een uitvoerbaar reorganisatieplan voor het LTC aan het overleg was aangeboden. Na een schriftelijke verduidelijking van de werkgever, waarmee die op zijn uitspraak in het SOD over AADG terugkwam, kon het VRP LTC stap 4 alsnog worden omgezet in een DRP.
Nauw betrokken
Samen met de andere bonden is de MARVER nauw betrokken bij het controleren van de uitvoering van een reorganisatie. Dit is het geval zodra er een DRP is. In een Begeleidingscommissie Personele Implementatie (BCO) bespreken we het personeelsvullingsplan (PvP) samen met vertegenwoordigers van de werkgever. Dit traject kent drie fases: BCO 1, BCO 2 en BCO 3. In de BCO gaan de vakbonden niet over het vaststellen van de functiecodes. Dat deed de medezeggenschapscommissie al eerder samen met het hoofd van de diensteenheid (HDE).
De vakbonden hebben ook geen rol bij het beantwoorden van de vraag hoe de nieuwe organisatie eruit gaat zien. In het gehele reorganisatietraject praten zij vooral over de algemene en individuele personele gevolgen van het reorganisatieplan. In de BCO kijken we kritisch naar de definitieve plannen en hakken we knopen door als het gaat om de gevolgen voor het personeel. Namens de KMar schuiven de projectleider en/of HDE en de uitvoerende P&O-functionarissen aan.
Rechtspositie en regelgeving
Gezamenlijk bekijken we of het voorlopige PvP op een juiste wijze tot stand is gekomen. Dit toetsen wij aan de hand van de rechtspositie en de regelgeving. Hoewel de werkgever en de medezeggenschapscommissies leidend zijn als het om de functiecodes gaat, houden de MARVER en de andere bonden hierbij een oogje in het zeil.
Tijdens de behandeling van het PvP in de BCO hebben wij als vakbond vooral een rol als kwaliteitsbewaker, maar indien nodig spreken we ook maatwerk af. Zo bekijken we in de BCO 1 of een functionaris met een code 1-functie daadwerkelijk terugkomt in de nieuwe organisatie. Bij code 2min functies, waar dezelfde functie terugkomt maar in een kleiner aantal, checken we of bij burgers de ontslagvolgorde juist is toegepast. Bij militairen controleren we of de plaatsingsvolgorde goed tot stand is gekomen. Ook controleren we altijd even of code 3-functies - nieuwe functies in de organisatie - niet vooruitlopend al zijn gevuld. Daarom is het goed dat de MARVER in dit stadium een stevige vinger in de pap heeft.
Tijdens een BCO constateren we regelmatig dat er toch iets over het hoofd is gezien of dat de regelgeving verkeerd is toegepast. Ook zien we nog wel eens dat op verschillende manieren wordt voorgesorteerd op de uitvoering. Hierdoor worden geen gelijke kansen geboden aan al het personeel. Samen met de andere bonden in de BCO herstellen wij dit.
Solide plannen
Natuurlijk hebben wij ook begrip voor de situatie, waarmee de organisatie soms te maken krijgt. Dat was ook zeker het geval bij dit DRP, waarvan de afronding lang heeft geduurd. Het PvP levert ook vaak erg veel werk op voor personeelsfunctionarissen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor een reorganisatie van de omvang van het LTC, waarbij het draait om duizenden functies. Anderzijds mogen wij van de werkgever verwachten dat zij er alles aan doet om tot solide plannen te komen.
Positief advies
Pas als alle tekortkomingen zijn besproken en waar nodig hersteld, kunnen we in de BCO een positief advies geven over het PvP. De KMar kan dan een brief naar jou sturen. In deze brief staat niet alleen welke functiecode je hebt, maar ook het voornemen van de werkgever om je wel of niet te plaatsen in de nieuwe organisatie. Hierbij word je ook de mogelijkheid geboden om dit voornemen te laten heroverwegen. In de BCO 2 beoordelen we deze heroverwegingen samen met de werkgever. Als de BCO-leden menen dat er bij het voornemen tot het al dan niet plaatsen op een functie geen recht aan jouw situatie wordt gedaan, dan maken wij afspraken hoe dit het beste kan worden hersteld.
Dringend advies
Het is nu nog niet bekend wanneer de BCO 1 voor de reorganisatie LTC stap 4 gaat plaatsvinden. Wij hebben echter nu al een dringend advies voor je. Ontvang je straks een brief? Controleer dan goed of de inhoud van jouw brief juist is. Klopt deze inhoud niet? Vraag dan direct een heroverweging aan. Houd daarbij rekening met de termijn waarbinnen je de heroverweging kunt indienen. Die termijn is ook opgenomen in de brief die je krijgt.
Heroverwegingen
Het is belangrijk dat je ons informeert over de heroverwegingen die je bij de werkgever indient. De reden hiervoor is dat de werkgever met het oog op de AVG op dit moment meent dat die geen persoonsgegevens in het PvP meer met de bonden mag delen. We gaan hierover advies van een externe deskundige inwinnen. De onduidelijkheid die er nog op dit gebied is, beperkt onze mogelijkheden om jouw belangen goed te behartigen in de BCO als wij niet weten of je een heroverweging hebt ingediend.