AOW-gat onrechtvaardig voor Defensie
De rechtbank Overijssel oordeelt dat de wachtgeldregeling van een medewerker van Defensie moet aansluiten op zijn AOW-gerechtigde leeftijd. Defensie maakt een verboden onderscheid op grond van leeftijd door de wachtgelduitkering te beëindigen bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd, terwijl de AOW-leeftijd stapsgewijs wordt opgehoogd.
De defensiemedewerker (burgerpersoneel) was eervol ontslag verleend en een wachtgeldregeling toegekend tot 1 april 2024 - dan wordt hij 65 jaar. Door de stijgende AOW-gerechtigde leeftijd starten zijn AOW en pensioen op zijn 67e jaar. Dit betekent voor hem een gat van enkele duizenden euro’s. De rechtbank oordeelt dat de wachtgeldregeling moet duren totdat hij de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. In dit verband benadrukt de rechtbank dat de leeftijd van 65 jaar inmiddels volstrekt willekeurig is geworden nu deze niet meer samen hangt met het op deze leeftijd gaan ontvangen van AOW of pensioen.
Daarnaast oordeelt de rechtbank Overijssel dat het onrechtvaardig is dat deze leeftijdsbepaling voor andere ambtenaren, zoals Rijksambtenaren, wel is aangepast en voor een andere groep ambtenaren niet.
College voor de Rechten van de Mens
Eerder oordeelde het College voor de Rechten van de Mens over een soortgelijke zaak. Omdat de ambtenaren na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar geen wachtgelduitkering krijgen en door de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd tot aan bijvoorbeeld 67 jaar ook geen AOW-uitkering krijgen, krijgen zij te maken van een inkomstenterugval en worden zij naar het oordeel van het College ten onrechte benadeeld.