4 april 2025

Optie opnemen bedrag ineens opnieuw uitgesteld

In een brief informeerde minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer onlangs dat de optie voor het opnemen van het bedrag ineens opnieuw wordt uitgesteld. De beoogde ingangsdatum van deze optie is nu 1 juli 2026.

In de verzonden brief ging de minister in op de uitkomsten van een vooronderzoek van het Nibud naar een laagdrempelige keuzehulp om mensen te ondersteunen bij hun toekomstige keuze. Hij verwacht dat op korte termijn een start kan worden gemaakt met de ontwikkeling van deze tool en dat deze begin 2026 in gebruik kan worden genomen. Door het uitstel van de ingangsdatum is er nog voldoende tijd om de mogelijkheid voor het opnemen van het bedrag ineens te behandelen in de Eerste Kamer. De definitieve datum zal afhankelijk zijn van het verloop van het totale parlementaire proces. De Eerste Kamer heeft nog steeds grote zorgen over de financiële risico’s die mensen lopen als zij gebruikmaken van de genoemde optie. Zo kan dit gevolgen hebben voor de belasting die zij moeten betalen en voor de toeslagen die zij ontvangen.  

Deskundigenbijeenkomst 
Met het oog op de genoemde risico’s vond op 18 maart jl. een zogeheten deskundigenbijeenkomst plaats op initiatief van GroenLinks-PvdA. Tijdens deze bijeenkomst liet Arjan Vliegenthart van het Nibud zijn licht schijnen op het hulpmiddel dat het dus wil ontwikkelen om deelnemers een goede keuze te laten maken. Erik Schouten van de Belastingdienst constateerde onder meer dat het op basis van beschikbare aangiftegegevens onmogelijk is om op individuele basis inzichtelijk te maken wat de gevolgen zijn van een keuze voor een specifiek bedrag ineens. Wim Hoek van Pensioenfonds Werk en (re)Integratie (PWRI) vindt het bedrag ineens geen interessante optie voor zijn deelnemers. Hij meent dat een pensioenuitvoerder zelf de afweging moet maken of hij de optie van het bedrag ineens wel of niet wil aanbieden.